Tij-dingen sprak met Ingrid Jonckheere, bestuurslid van de Strandwerkgroep en één van onze schelpenexperten.
De leden van de werkgroep schuimen strandhoofden af en kijken tussen stenen en rotsen naar wieren, mos- en schaaldiertjes. Ze kruien ook in het strandwater, niet alleen voor de garnalen, maar ook om te ontdekken wat er in en op de zeebodem leeft.
Tij-dingen: Je zit in het bestuur van de Strandwerkgroep. Wat doen jullie precies?
Ingrid Jonckheere: "De Strandwerkgroep is een vereniging van natuurliefhebbers die zich toelegt op de studie van de mariene biologie. We zijn geboeid door alles wat leeft in zee, op het strand of in de duinen. We doen veel meer dan zomaar schelpen rapen. De werkgroep brengt mensen samen die een stapje verder willen gaan om het ecosysteem van de zee te kennen. We zijn een gezellige groep amateurs, omringd door biologen. Naast soortenkennis is de verwondering over alle rare beestjes en wieren die je op het strand of in zee ontdekt de passie die ons bindt."
Tij-dingen: Is de Schelpenteldag één van de hoogtepunten van jullie werkjaar?
Ingrid: "Dat klopt. Veel van onze leden zijn actief op de telposten op de Belgische stranden. We helpen het Vlaams Instituut van de Zee (VLIZ) ook bij de opleiding van de experts en controleerden onlangs honderd zakjes met schelpen van de vorige editie om waar nodig bij te sturen."
T-d: Komen er meer en meer exotische schelpensoorten voor? Welke zijn de meest recente?
Ingrid: "Onze mariene fauna verandert, vooral in de kustzone, in sneltempo. Ze ziet er nu heel anders uit dan tientallen jaren terug. En er komen steeds nieuwe soorten bij, zuidelijke soorten die hun leefgebied uitbreiden door de opwarming van de aarde. Dan zijn er ook nog soorten die hier niet zouden belanden zonder de hulp van de mens: de exoten. Denk maar aan de Amerikaanse zwaardschede, Japanse oester en de Filipijnse tapijtschelp. Eén van de recentste introducties in de Noordzee komt uit Noord-Amerika: de kleine Amerikaanse strandschelp."
T-d: En wat met onze inheemse soorten? Verdwijnen die?
Ingrid: "In 1987 werden op het strand van Oostduinkerke de eerste Amerikaanse zwaardschedes (in de volksmond vaak messen genoemd) in België gevonden. Deze soort kwam oorspronkelijk alleen voor aan de Amerikaanse oostkust maar door transport (van larven) in het ballastwater van vrachtschepen kwamen die messen terecht in Europa. Voor die tijd leefden voor onze kust de grote zwaardschede en het tafelmesheft. Beide soorten leken verdwenen, maar sinds een vijftal jaar vinden we weer verse doubletten tafelmesheft en soms ook levende dieren. Begin dit jaar vond ik voor het eerst weer verse doubletten van de grote zwaardschede op ons strand. Sommige populaties overleven blijkbaar toch en breiden zich weer uit."
Grote zwaardschede vinden we sinds begin 2023 terug vers op het strand - foto Ingrid Jonckheere
T-d: Heb je tips voor mensen die het strand afschuimen? Welke soorten verdienen zeker aandacht?
Ingrid: "Na een storm is het altijd interessant om de vloedlijn af te speuren, ga dan zeker enkele dagen na elkaar het strand op. Vaak is de tweede dag na de storm het meest interessant. Kijk ook op drijvende voorwerpen die in de vloedlijn liggen, je vindt daarop soms speciale soorten zoals schilferige dekschelp en paardenzadel. Of verzamel eens een zakje schelpgruis op het strand en bekijk dat thuis met een vergrootglas. Je staat versteld van hoeveel kleine schelpjes vindt. Een leuke soort is de wijde mantel, de schelpen lijken op de Sint-Jacobsschelp maar zijn een stuk kleiner. In de volksmond noemen ze dit wel eens een Porte-Bonheur."
T-d: Zijn strandhoofden (golfbrekers in de volksmond) een goede vindplaats voor levende schelpen?
Ingrid: "Jazeker, je vindt er veel soorten zoals de schaalhoren, te zien van hoog in de getijdenzone tot vlak onder de laagwaterlijn. Ze hebben de vorm van een hoedje. De dieren hebben doorgaans een vaste rustplek waar ze na iedere graasactie naar terugkeren. De vorm van de schelp is aangepast aan de vorm van het gesteente op deze rustplek. Of de purperslak. Deze slakken zijn carnivoren, hun voedsel bestaat vooral uit zeepokken en kleinere mossels. Kijk in het voorjaar ook eens onder de stenen: dan ontdek je de eikapsels van deze soort, het lijken plasticachtige flesvormige urntjes op een steeltje."
T-d: Is er een schelpensoort die je graag zou vinden aan onze kust?
Ingrid: "De meeste soorten heb ik wel eens gevonden, maar een vers doublet van de ruwe boormossel staat hoog op mijn lijstje. Kleppen van deze soort vind je regelmatig op onze stranden, maar een doublet is zeer zeldzaam. Bijzonder is dat bij doubletten er tussen de omgeslagen bovenranden een derde schelpstukje ligt. De dieren leven in boorgaten in veen, hout of steen."